Gereedschappen - hijsen     Molenzagen vijlen

GEREEDSCHAPPEN

Kraan- hand- en molenzagen


 De Kraanzaag

kraanzaag fig 58kraanzaag fries scheepvaart museum

De kraanzaag wordt op het platteland bij het zagen van boomen tot planken nog wel door den timmerman gebruikt. De boom wordt op hooge schragen of stellingen gelegd en met kettingen vastgemaakt. Het zagen geschiedt door twee mannen; de eene staat boven op den boom; de andere staat er onder. De boom is vooraf met eene slaglijn volgens de dikte der planken afgeteekend. De onderkant van de zaag heet de trekkant, aangezien de man onder den boom steeds de zaag naar beneden trekt en mede naar boven brengt, terwijl de andere hoofdzakelijk de zaag stuurt. De tanden in deze zaag behooren ongeveer den vorm te hebben als Fig. 59. (of zoals de foto hieronder aantoont.)

Het handvat en het zaagblad van de kraanzaag hieronder trof ik aan op paltrokmolen "Mijn Genoegen" in het Openluchtmuseum in Arnhem. De kraanzaag rechtsboven hing in het Fries Scheepvaartmuseum.

heft kraanzaag trekzijde

kraanzagers aan het werk

Op onderstaande afbeeldingen komen twee verschillende werkwijzen voor. Op de zwartwit foto van rond 1900 ligt het werkstuk op schragen die gewoon op de grond staan. Op het schilderij daaronder is een kuil gegraven waarin de schragen zijn geplaatst. Om de balk hoog op de schragen te krijgen werd waarschijnlijk gebruik gemaakt van de gaten in de stijlen. De balk werd met mankracht op de laagste stand neergelegd. Door steeds één kant van de balk op te tillen kon de ligger verstoken worden en zigzagde de balk naar de gewenste hoogte.

kraanzagers roon 1900

De kuil werd gegraven om het hoogteverschil voor een deel op te heffen. Maar ook hieronder zijn gaten aangebracht. Het kan ook zijn dat er gebruik gemaakt werd van een bok of een schrank maar die is niet op de afbeeldingen te vinden. Toevallig ligt op beide afbeeldingen niet een stam maar een rechte balk op de schragen.

kraanzagers boven een kuil

De Raamzaag

De zagers op de afbeelding hieronder gebruiken een andere vorm van kraanzaag. Het blad is aanzienlijk korter dan de lange kraanzaag en gevat in een raam. Deze zaag is duidelijk niet te spannen dus is van de spanzaag die verderop nog wordt beschreven geen sprake. De raamzaag had waarschijnlijk tot voordeel dat hij iets beter te sturen was. Het raam had wel de beperking van de doorvoerbreedte van de stam, waardoor deze zagen voor het kleinere werk beter geschikt waren. Mogelijk was dit de zaag die Cornelis Corneliszoon voor ogen had toen hij de houtzaagmolen uitvond.

kraanzaag met raam

De Kort- of Trekzaag

De kort- of trekzaag (fig 60) wordt vooral gebruikt om de boomen dwars door te zagen; daar deze in den regel niet droog zijn, moet de zaag wijd staan, waardoor het blad vrij door de zaagsnede kan loopen. Doordat de zaag naar beide kanten getrokken wordt, hebben de tanden een meer staanden vorm(fig 60a).

De kort- of trekzaag

Op de foto hieronder gebruiken we als demonstratie een vrij lang exemplaar op één van de populierenstammen.

De trekzaag

De Spanzaag

De Spanzaag

De spanzaag wordt ook wel als trekzaag gebruikt. In horizontale richting is de trekkant aan de zijde van den kleinsten knop a Fig. 61. Op deze wijze wordt de spanzaag door den timmerman veel bij het zagen van pennen gebruikt. Bij het doorzagen van planken in de lengte wordt ze door één man door het hout gedreven; het zagen geschiedt dan niet door trekking, maar meer door drukking in loodrechte richting. Dit zagen noemt men ook wel "schulpen". Het is bij spanzagen noodzakelijk, ervoor te zorgen, dat het blad aan de zijde der tanden steeds goed gespannen is. Daarom dient het gat niet te ver naar achteren te zitten (Fig. 61) waardoor de zaag moeilijk te sturen valt en zoodanig zal stooten, dat goed zagen niet denkbaar is. Fig. 62 maakt verder onze bedoeling duidelijk.

Naast de spanzaag heeft men nog de draaizagen, die veel smaller van blad zijn, om beter te kunnen draaien. Bij beide zagen wordt de spanning verkregen door het latje b zoo lang om te draaien, tot het touw c, d, hetwelk om de uiteinden van de armen van het raam is geslagen, zeer sterk gespannen is. Dit touw wordt door het inelkander draaien korter, waardoor de zaag in gespannen toestand komt. Door het touw sterker te spannen, kunnen de armen op de plaatsen van de middenregel gemakkelijk breken; daarom moeten de gaatjes voor de pennen zeer ondiep zijn. Vóór het zagen wordt eerst het blad van scheluwte gezet en de zaag gespannen. Na 't zagen wordt de zaag terstond ontspannen, door het balkje los te laten.

De Handzaag

wordt gebruikt voor allerlei doeleinden, zoowel om het hout dwars als om het in de lengte-richting door te zagen. De tanden staan in het eerste geval meer naar buiten dan in het tweede geval. Bovendien hebben de tanden voor langshout de vorm, zooals Fig. 63 aangeeft. Indien de lijn a te veel voorover helt, staat de zaag te veel op "stoot" en kan men bijna niet zagen.

Aan de muur in de Zwiepse Molen

Deze zaag valt in zeker niet in de categorie van het kleine handzaagje. Ongeveer een meter lang is deze handzaag die ik aantrof aan de muur in de Zwiepse Molen. Dit zaagblad heeft een bijzondere tandvorm. Elke derde tand is voorzien van twee aparte snijtandjes die  mogelijk voor een goede lossing van het zaagsel en een rustige gang zorgde. Waarschijnlijk werd deze zaag alleen gebruikt voor het afkorten van stamhout.  Een handzaag van een korenmolenaar dus.

Het kleine Handzaagje

dat ook veel gebruikt wordt om borsten van pennen voor ramen en licht regelwerk in- en aan te zagen, komt in alles met de groote handzaag overeen.

De Toffel- of Kapzaag

wordt uitsluitend voor dwars hout gebruikt. Zij heeft fijne tandjes, die, wat den vorm betreft, overeenkomen met die van de handzaag.

De Schrobzaag

is eene zaag, die veel gebruikt wordt om gaten los te zagen en, in 't algemeen, om openingen te maken, waar men met eene andere zaag niet bij kan. Hare tanden kunnen slecht worden gezet. Vóór het lossen van het hout worden daarom de tanden over en weer schuin gevijld. De rug van deze zaag is veel dunner dan de zijde bij de tanden. Daardoor wordt het draaien en sturen veel gemakkelijker.


 Het vijlen van zagen.

Zetten

Vóórdat men tot het vijlen der zagen overgaat, wordt de zaag z.g. gezet. Dit geschiedt met een buig- of zetijzer. (Fig 64.) Ook heeft men nog andere ijzers, die het te ver naar buiten buigen der tanden beletten. Een goed timmerman zet zijne zagen uit de hand en zorgt ervoor, dat de tanden om den anderen evenveel naar weerszijden zijn omgebogen. Het zetten van de zaag is vooral noodig, omdat daardoor de wrijving van het zaagblad vermindert, waardoor de zaag beter bestuurd kan worden. Zijn de tanden onregelmatig of te veel naar ééne zijde omgebogen, dan kunnen in het eerste geval niet alle tanden hout wegsnijden en in het tweede geval zal de zaag aan de zijde, waar de tanden te ver naar buiten staan, meer van 't hout wegnemen, waardoor de zaag z.g. aan 't "loopen" gaat en niet bij de zaaglijn te houden is.

zetijzer

Strijken

Na het zetten der zaag is het "strijken" aan de orde. Dit geschiedt met een strijkijzer, bestaande uit twee aan elkander gelijmde stukken hout of uit een geprofileerd regeltje (Fig 65), waarin eene platte vijl is bevestigd. Het strijken moet vóór het vijlen geschieden; daardoor kunnen alle tanden even lang worden. Het is toch duidelijk, dat de lange tanden de zaag niet alleen zouden doen stooten, maar dat deze ook alleen zouden zagen en daardoor spoediger dan de andere hunne scherpte zouden verliezen.

 

strijkblokje

Vijlen

Het vijlen geschiedt in den regel met driekante vijlen, die, al naar de grootte der tanden, gekozen worden. Voorts heeft men aan den vorm van de tanden te denken, waarover reeds gesproken is. Verder vijlt men zóó lang, totdat de witte punt van den tand, door het strijken verkregen, scherp is. Wanneer de zaag een tijd lang achtereen gebruikt moet worden, om dwarshout door te zagen, worden de tanden van de gewone handzaag ook wel eens over en weer schuin gevijld. Daardoor schijnt het zaagsel zich beter te lossen.

Het zaagvijlen vereischt veel oefening; daarom heeft men aan de stoomzagerijen eene ponsmachine , die de tanden uit de groote zagen bij- of uitponsen. Ook worden deze tanden wel door een amaril-draaisteen ingeslepen. De timmerman daarentegen is al blij, wanneer hij zijne zaag tusschen twee latjes in eene ijzeren bankschroef kan zetten; zoo deze niet aanwezig is, wordt eene zaagsnede in een rib gezaagd, waarin de zaag gezet wordt. Somtijds wordt in een blok, behalve eene zaagsnede, eene wigvormige opening gemaakt, waardoor de zaag met eene wig hoog en laag kan vastgezet worden. Voor het even groot houden der tanden is het wenschelijk, bij de gewone zagen met het vijlen aan het einde te beginnen.

Voorst valt omtrent de genoemde zagen nog op te merken, dat de hand- of toffelzagen, hetzij door stoten, wringen of vallen z.g. "gerekt" of "lam" kunnen worden, zoodat er niet meer mede te werken valt. Eene dergelijke zaag is moeilijk weer bruikbaar te maken; bij toffel- of kapzagen wil dit soms wel gelukken, door op de juiste plaats op den rug te tikken. 


 Voor zover de tekst uit het oude timmerboek.  Voor het specifiek vijlen van de molenzaag kun je hier terecht .

Het vijlen van een molenzaag


Ponsmachine 

Kijk dat vind nou leuk, want bij de SMZK hebben we er eentje in gebruik.   

ponsmachine van de SMZK

Een loodzware gietijzeren constructie waarbij met behulp van een schroef een ponsbeitel naar beneden wordt gedrukt.

detail  matrijs pons machine

Het ponsblok is uitwisselbaar. Zo kunnen er diverse tandvormen geknipt worden. Helaas bezitten we alleen het ponsblok dat je hier afgebeeld ziet. Maar het is wel de meest gebruikte tandvorm. Ook ontbreekt er nog een mal die de positie van de eerder geponste tand op moet pakken, waardoor de zaag een perfekte steek krijgt. Dit onderdeel hoort vast te zitten in het slobgat.

werken met de ponsmachine 01

  ls de hendel naar links wordt gedraaid onstaat er ruimte om het zaagblad te plaatsen. Door een flinke ruk naar rechts, drukt de beitel het plaatmateriaal van het zaagblad als een perforator naar beneden.

werken met de ponsmachine



detail van het ponsen

Een detail van de ponsbeitel en een zaagblad.


  De molenzagen

Op de Eenhoorn werken we voornamelijk met zaagbladen van F. Pollmann uit Remscheid. Deze bladen zijn zeker niet gehard, anders zouden de tanden nauwelijks met de hand te vijlen zijn. Ook het zetten, of eenvoudig gezegd, het ombuigen van de tandpunt zou met een gehard blad bijna niet mogelijk zijn zonder de tanden af te breken.

 

fabrieksmerk van Pollmann op een zaagblad

Het Handelsmerk van F. Pollmann

 

Wil je weten hoe je een molenzaag moet slijpen of beter gezegd moet vijlen? Kijk dan hier:

 Een molenzaag vijlen


 

◄ Index     ◄ Blad 6          ◄ Gereedschappen hijsen         Gereedschappen zagen