Inhoudsopgave gereedschappen-zagen gereedschappen hijsen Blad 6 Blad 7
Het vijlen van een molenzaag
Op de houtzaagmolen is het zaagblad het allerbelangrijkste stuk gereedschap. Die zaag moet dan ook nog eens scherp en goed gezet zijn. Het vijlen van zo'n zaag is tegenwoordig geen alledaagse bezigheid meer. Zoveel zaagmolens zijn er niet meer in Nederland.
Een zaag goed scherp weten te krijgen is een kwestie van oefenen. De zaagmolen zal daarna wel bewijzen of je je werk goed hebt gedaan.
Ook ik heb het kunstje jaren geleden van een ander geleerd. Mede geholpen door de publikaties van de medewerkers op zaagmolen de Rat in IJlst en van J.C. Coppens, zaagmolenaar op de Jager in Woudsend die gelukkig veel van deze materie op schrift hebben gezet. In het boekje: Vierhonder jaar houtzagen met wind uitgegeven door TIMS en het Gild Fryske Mounders uit 1996 wordt veel over het slijpen van de zagen uit de doeken gedaan.
Ik laat jullie zien wat ik er van opgestoken heb en toon hoe een standaard blad wordt gezet, gestreken en gevijld tot een vlijmscherp stuk gereedschap.
De werkbank of zaagslijpbok
De zaagbok is neergezet op de sleestelling of zaagvloer van de Eenhoorn. Ik wil in het zonnetje staan. Er is een Pollmann zaagblad hoog in de klem gezet. Dit blad was ooit 14 cm breed. Er is in de loop van de vele jaren al 4 cm. weggeslepen. De steek van de zaagtanden is 25 mm. Omdat dit blad de vorige keer nogal ongelijk is geslepen wil ik er ook weer een beetje lijn in krijgen. Dat betekent extra vijlwerk. Om alle tandholtes op gelijke diepte te krijgen heb ik er als hulplijn een stuk tape opgeplakt.
De tanden van een zaag moeten allemaal even ver naar voren staan. Als dit niet het geval is dan kan de zaag gaan stoten. De tanden die het verst naar voren zouden staan zouden al het zaagwerk verrichten en de dieper gelegen tanden hebben dan helemaal niets meer te doen. Om de tanden op één hoogte te krijgen moet ik de zaagtanden eerst strijken.
Om te zorgen dat een zaag niet vastloopt in het werk moeten de tanden ook gezet te worden. Zetten betekent het om en om verbuigen van de tanden waardoor een zaagsnede ontstaat met een breedte die voldoende is om het zaagblad de ruimte te geven en om het zaagsel te kunnen afvoeren.
Wat er als eerste gebeuren moet; strijken of zetten, bepaal ik door de kwaliteit van de zaag te bekijken. Als de tanden erg slecht op lijn staan is strijken de eerste handeling. Daarna wordt er gezet en geslepen.
Als de zaag eerder goed is geslepen en alleen moet worden nagelopen, dan kan er direct gezet worden en dan eventueel licht gestreken.
Mogelijk is de uitdrukking "STRIJK EN ZET" op het zaagslijpen van toepassing. In ieder geval claimen we de uitdrukking "OP DE ACHTERGROND GERAKEN" als een zaagmolen uitdrukking. Als de oude zaagmolenaar het zware werk niet meer aankon werd hij op de "achtergrond" gezet ( het platform achter de kotvloer aan de achterzijde van de paltrokmolen) waar hij de zagen kon gaan slijpen. De zaagbok was hier meestal te vinden.
Strijken
Ik besluit om eerst de zaagtanden te strijken. Met de enige vijl die ik nodig heb. Het houten heft wordt er eerst afgetikt waarna de vijl op gevoel zuiver haaks op de tanden van het zaagblad wordt gelegd en van boven naar beneden wordt gehaald. Gestreken. Eigenlijk hoort de vijl in een strijkblok te worden vastgezet zoals op de vorige site wordt uitgelegd. Als de vijl niet zuiver haaks wordt gebruikt komt één rij tanden verder naar voren te staan en bestaat de kans dat de zaag gaat lopen, en dus van de rechte zaaglijn afwijkt.
Zoals je misschien is opgevallen staat de zaagbok met de zaag hier omgekeerd. Ik ga met reden in de zon staan. Als de zaag is gestreken glimmen de toppen van de tanden me tegemoet. Dat zicht op de toppen is later heel belangrijk bij het vijlen van de tandvlakken.
De molenzaagvijl
Op het blad van de vijl staat gestanst: MILL BLUNT 2RD EDGES 2ND CUT . 'Mill' staat alleen niet voor 'molen' maar voor kartelen, en blunt betekent 'bot'. 2RD EDGES= 2 ronde kanten. De ronde kanten zijn nodig voor het rondhouden van de tandgrond. Als deze tandholte scherp zou worden gevijld bestaat de kans op inscheuren van het zaagblad. De trekspanning die op het zaagblad wordt gezet is behoorlijk groot. 2ND CUT =2e snede. Mogelijk staat dit voor de kapgroftes : grof, basterd en zoet. In dit geval hebben we dus een "enkelvoudig gekapte basterd vijl met twee ronde gekapte zijkanten". De lengte van deze vijl is 12 inch, en is helemaal recht. Mijn oudere vijlen, die iets taps toelopen hebben een lengte van 14 inch. en zijn ook wat breder. Bij de goed gespecialiseerde ijzerhandels kun je nog gewoon om een molenzaagvijl vragen. De vijl op de foto hier boven is nagelnieuw, voldoet aan de kapvorm maar is wel wat kleiner dan ik gewend was. Het is een vijl van Nickelson.
De Rei
Met een aluminium buisprofiel als rei controleer ik de gestreken tanden. Als de tanden keurig op één lijn liggen kunnen ze worden gezet. De tandgronden liggen door eerder slordig slijpen duidelijk niet op één lijn. Ook de snijhoeken zijn een beetje verschillend. Deze zaag is nog prima in een goed model te krijgen, maar het vergt wel iets meer werk dan een zaagblad dat net nieuw is.
Zetijzer en zetmal
Het zetijzer dat ik op de foto hierboven toon is er één van de simpelste soort. Een dik stuk koperplaat met een gleuf. Niet origineel maar zeer doeltreffend. Op de kopsekant van het zetijzer zit ook een gleuf. Deze kant is daardoor prima te gebruiken om een zaag die in het zaagraam vaststaat te kunnen nazetten. Ook de zetmal is heel simpel. Van een stukje hoeklijn heb ik een flens gedeeltelijk weggezaagd en heb ik van de andere flens ongeveer 0,6 mm weggevijld. Voor een wijdere zetting gebruik ik soortgelijke malletjes. Een meetklokje heb ik niet maar kan ook gebruikt worden.
Het zetijzer wordt net achter de tandpunt geplaatst en deze wordt voorzichtig omgebogen. Als de zetmal langs het blad strijkt moet de tand het malletje net aanraken. Als het malletje door de punt wordt tegengehouden moet de tand ietsje terug gezet worden. Maar hoe minder er wordt gebogen hoe beter. Een te vaak verbogen tand breekt op den duur helemaal af. Na het zetten worden de tanden nog eenmaal licht nagestreken.
De zetting voor harde houtsoorten, zoals eiken, beuken en iepen, bedraagt ca 0,5 mm. per kant. Met een zaagbladdikte van 2,0 mm. levert dit een zaagsnede op van 3 mm. Voor zachte houtsoorten zoals populieren, linde of wilg moet de zaag ca. 0,7 mm. worden gezet. De zaagsnede wordt dan 3,4 mm. Bij lastige houtsoorten zoals grove den en droog hout kan de zetting zelf 1,0 mm. bedragen en dus een zaagsnede van 4,0 mm. opleveren.
Omdat ik op de Eenhoorn wisselend in Eiken, Iepen, Grenen en Populierenhout zaag, gebruik ik een gemiddelde zetting van 0,6 mm. Ik heb niet zo'n grote voorraad zaagbladen en ga niet om de haverklap de hoeken staan veranderen. Ook is de aanvoersnelheid van de zaagslee met het hout op zijn laagst ingesteld zodat de zagen de gelegenheid hebben om hun zaagsel te lossen. In stamhout van ca. 40 cm. diameter zal dit nooit een probleem zijn, maar met stammen van ca. 70 cm. doorsnede wel. De zaagramen maken een slag van 40 cm. Er zijn dan ongeveer 12 zaagtanden die nooit aan de oppervlakte van de stam komen en deze zullen hun zaagsel dus kwijt moeten raken langs het zaagblad.
Het vijlen van de borst
Voordat er gevijld gaat worden moet ik het zaagblad in de bok laten zakken tot ongeveer een centimeter onder de tandgrond. De tanden die gevijld gaan worden zijn gezet van de vijlrichting af, dus naar de zijde van mijn linkerhand. Ik begin met de tandborst. De spaanhoek wordt ongeveer 10°. Dit is ook weer een gemiddelde tussen hard- (8°) en zachthout (15°).
De gestreken tanden laten een glimmend vlakje achter. De basis van een vlijmscherpe tand.
Van bovenaf gezien strijkt de vijl ook onder een hoek langs de borst. Dit is niet de eerder genoemde spaanhoek van 10° maar een hoek van ongeveer 15º. En om het nog wat ingewikkelder te maken moet de punt van de vijl ook iets omhoog worden gestuurd. Doe je dit niet dan bestaat de kans dat de vijl gaat janken en daar wordt de zaag niet scherper van.
En dan nog een paar tips: Vijl alleen van je af en laat de vijl los van je werk terugkomen, dus niet 'achteruitvijlen'. Gebruik een zachte staalborstel of een doek om af en toe je vijl te reinigen. Vijl de borst zo arm mogelijk. Controleer of de vijl het topje van de tand heeft geraakt en ga dan naar de volgende borst. Ook de tandgrond wordt in deze handeling gecorrigeerd. Door meer druk naar beneden uit te oefenen bereik ik de met tape aangegeven rand.
Het vijlen van de tandrug
Het vijlen van de tandrug is één van de leukste handelingen. Nu wordt de snijdende tandpunt gevormd. Als ik met mijn rug in de zon sta, of ik heb een goede lamp voor de vijlbok staan, dan kijk ik op de glimmende vlakken van de gestreken tandtoppen. Bij het vijlen van de rug bestrijk ik rug van de tandgrond tot de punt. Omdat de vijl iets smaller is dan dit vlak zal ik een beetje moeten sturen. De vijl moet bij de rug ook iets schuin worden gehouden. Vanaf het heft opgaand.
Hier zie je duidelijk het afgestreken driehoekige vlak van de tandpunt. De schuine voorkant is zojuist bereikt bij het vijlen van de borst. Raak op de volgende foto's niet in de war met de vijlrichting. De tand boven de vijl staat naar links gezet dus sta ik rechts. De hoek waar de vijl in wordt getoont is niet relevant in dit bovenaanzicht.
Halverwege de vijlbewerking wordt het driehoekje steeds kleiner. In het zonlicht zal dit hoekje duidelijk zichtbaar overgaan tot een minuscuul glimmend stipje. Nog één streek verwijderd van een scherpe tand. Op de onderstaande foto's is het resultaat goed te zien.
Het vijlen van de andere helft.
Nu wordt het wat lastiger of makkelijker. Afhankelijk of je links of rechtshandig bent althans, en afhankelijk waarmee je bent begonnen. Het zaagblad moet namelijk worden omgedraaid in de vijlbok. (of ik keer de hele bok even om). Ik ga weer met mijn rug in de zon staan, met het onderstaande aanzicht voor me.
De borsten van de andere tanden zijn aan de beurt. De tanden zijn naar rechts gezet, ik sta dus links achter de bok en vijl naar rechts.
Ook nu weer vijl ik net zo lang door tot het platte vlakje verdwenen is. Als ook de andere rij tanden helemaal klaar is, controleer ik nogmaals of alle scherpe punten nog steeds de rei raken. Staat er onverhoopt toch nog één hoger dan zijn buren, dan geef ik nog even een streek extra. Daarna test ik de zaag door een balkje vurenhout voorzichtig enkele keren over de zaag te duwen. Als dit soepel gaat en ik in elke tandholte krullen of kruimels aantreft heb ik mijn werk goed gedaan.
Ruim- of schuiftanden
Er is nog een variant van zaagzetting. In sommige gevallen kan het lossen van het zaagsel wat moeizamer verlopen. In dat geval kan een aangepast zaagblad worden gebruikt.
Tel 6 tanden af, 3 links en 3 rechts, en laat de 7e en 8e tand ongezet in de rij staan. Deze ruim- of schuiftanden moeten haaks worden gevijld en de punten moeten net iets onder de snijpunten van de andere 6 tanden vallen. Herhaal deze twee tanden op de rest van het blad. Deze tanden maken de sporing van de zaag iets beter.
Inhoudsopgave gereedschappen-zagen gereedschappen hijsen Blad 6 Blad 7 |