banner top 2009

◄ Index      ◄ Penterbak modelbouw      ◄ De Eenhoorn     ◄ Tuinmolen    ▼     Twee maquettes voor Texel ►


Model: Weidemolen De Kleine Veer.     Schaal: 1:5.     Bouwjaar: 1994.     Bron: Smzk werktekening.


Voorwoord.

Bij mijn eerste bezoek aan de werkplaats van Stichting Molens Zuid-Kennemerland kwam ik in contact met de restanten van wat ooit een weidemolen was geweest. Het bleken de restanten te zijn die toebehoorden aan Het Liedemolentje. Dit molentje stond vroeger op de rietlanden van de Binnen Liede vlak bij de spoorlijn van Haarlem naar Amsterdam. De restanten werden teruggevonden in een Overveense tuin en aan de SMZK geschonken voor herbouw. Samen met de medewerkers van de Stichting heb ik de weidemolen nagebouwd met gebruik van de spaarzame restanten. De Kleine Veer heeft weer een bestemming gekregen. Het maalt, net als het Liedemolentje, water in het rietland om de vegetatie en de vogelstand te behouden. De Kleine Veer staat op nog geen honderd meter van de plek waar zijn voorganger stond.

Met de gegevens van de SMZK en eigen tekenwerk heb ik ook een kleine variant gebouwd van de weidemolen. Wil je dit schaalmodel zelf bewonderen dan moet je op poldermolen De Hommel zijn. Daar staat het op de eerste zolder.


Weidemolen De Kleine Veer.

Helaas zijn er weinig of geen bouwfoto's van dit model gemaakt. Het blijft nog even bij 8 afbeeldingen van het complete model.

Het wiekenkruis is vrij simpel. Oudhollands opgehekt en met vaste borden en een enkele middelzoomlat. Als er geen zeiltjes voorhanden waren werd er gebruik gemaakt van bordjes die met wervels achter de hek- en zoomlatten werden geborgd. De grote staartvin zorgt dat de kast zich altijd met het wiekenkruis op de juiste windrichting keert.

Weidemolen De Kleine Veer.

Bovenin de kap ligt de houten bovenas waar twee houten wieken doorheen zijn gestoken. Om de bovenas zit het bovenwiel met 24 kammen.

 

Weidemolen De Kleine Veer.

De weidemolen is een kokermolen en zetelkruier.

Onderin de tapse ondertoren liggen de kokerbalken die de vierkante koker op zijn plaats houden. De koker fungeert als draaipunt van het bovenhuis. Bovenop de tapse toren ligt de zetel op de hoekstijlen en rond de kokerstukken. De koker eindigt halverwege de kast. Hier zorgt een tussenlager voor de stabiliteit van de kast. In de bodem en de tussenvloer van de kast zit een rond gat voor de koker, die op deze plekken met hardhouten klossen rondom is opgevuld. De koker heeft daarmee twee ronde lagers die met een kleine speling in de grote gaten passen. Door de koker gaat de spil die aan de bovenzijde van een bonkelaartje met 11 kammen is voorzien en waarvan de tap in een ijzerbalkje is gelagerd. De spil bestaat uit twee delen en beide delen worden in de onderkast met elkaar verbonden door een 'sleutel' : de vierkante bus die hier onder is te zien. Een lagerbalk in de onderkast houdt de onderspil op zijn plek.

Weidemolen De Kleine Veer.

De onderspil is onderaan gelagerd in een taats onder de plaat van de roerom. De roerom bestaat uit vier in elkaar gewigde schoepen die strak om de onderspil zijn vastgezet. De kuip van de roerom is voor de echte Kleine Veer gemaakt van onverwoestbaar glasvezel polyester. De echte molen, dus ook in het schaalmodel. Deze centrifugaalpomp heeft een bodem met een aanvoergat aan de onderkant waar de spil nog met gemak doorheen past. De kuiprand heeft een afvoerpijp links achter. Op de kuip wordt een deksel geplaatst met ook weer een aanvoergat. De roerom wordt met zo weinig mogelijk speling tussen de bodem en de deksel afgesteld. Als de molen draait, dan draait de spil linksom. Het water dat door de aanvoergaten in het midden stroomt wordt door de bladen naar buiten gewaaierd. De afvoerpijp laat het water ontsnappen. Van hieruit loopt een buis naar het hoger gelegen boezempeil.

Weidemolen De Kleine Veer.

De bodemplaat van de roerom is vastgebout op twee dragende plinten van een betonnen bak. Het deksel wordt door dwarshoutjes en schoorstokken op de kuip vast gezet. Beton is wel een luxe oplossing waar doorgaans een eiken watergang werd gebouwd. De betonbak is aan de slootzijde open en voorzien van een schutsponning. In de sponning zijn hardhouten planken geschoven waarvan de bovenste het slootwater toelaat. Hierdoor worden plantenresten en modder buiten de bak gehouden om verstopping te voorkomen. Op de waterloop van de bak ligt een dekje. Het glasplaatje geeft het waterpeil aan.


Weidemolen De Kleine Veer.

De afvoerpijp aan de buitenkant van de bak. De makelaar is van messing en is uiteraard een Kleine Veer.


 

Penningsveer, Poldermolen De Veer en Weidemolen De Kleine Veer.

Penningsveer is een gehucht aan de oostkant van Haarlem, maar ook de naam van de weg ernaar toe. Poldermolen de Veer staat hier nog net op Haarlems grondgebied. Even verderop lag heel vroeger een veerpontje waar je voor de oversteek naar Amsterdam of Haarlem een penning moest betalen. De Veerpolder besloeg vroeger een veel groter gebied dan tegenwoordig. Door de aanleg van het spoor Haarlem-Amsterdam werd een groot deel van de Veerpolder tot Zuiderpolder benoemd met zijn eigen poldermolen: De Zuidermolen of Zeldenpas. Een achtkante poldermolen. Tussen de Veerpolder en het water van de Binnenliede onder Haarlemmerliede en Spaarnwoude ligt een stuk buitendijks land. De Kleine Veer staat hier aan de rand van de boezemsloot en maalt het water in in het veenweidegebied om de waterstand voor de watervogels in het voorjaar veilig te stellen. Ook voor de bijzondere planten die een natte vegetatie eisen is de molen een prima oplossing. Als je recht tegenover poldermolen De Veer de weg inslaat en volgt richting de spoorbaan kom je vanzelf langs de weidemolen.


Weidemolen De Kleine Veer.


Weidemolen De Kleine Veer.

Draaiend op het erf van poldermolen De Hommel in Haarlem-  Zuid-Schalkwijk.

 


◄ Index     ◄ Penterbak modelbouw     ◄ Bouw zelf een tuinmolen     ▲ Top     Twee maquettes voor Texel ►


update: 29-12-2016 /dekleineveer.html