Penterbak bouwt Het Amsterdamsche Wapen

◄ index     ◄ De Amsterdamse paalfundering - blad 2     BLAD 3     blad 4 - De koning en het rollenkruiwerk                 

De ringmuur en de poer, de kruisbalken en de rolvloer.


Bakstenen.

Voordat er een ringmuur en een poer gemetseld kunnen worden zullen er eerst bakstenen aangevoerd moeten worden. Tegenwoordig heb je een enorme keuze aan baksteensoorten in allerlei kleuren en maten. Nu was de keuze 360 jaar geleden wel iets kleiner maar toch viel er wat te kiezen.  Afhankelijk van waar de steenfabriek stond bepaalde de lokaal gewonnen klei veelal de kleur van de steen. De afmetingen waren per streek verschillend en het productieproces is in de loop van de eeuwen wel wat veranderd. Gebakken worden de stenen nog steeds, maar van een strengperssteen hadden ze vroeger nog nooit gehoord. De handvorm steen was algemeen bekend.  Zoals je op de onderstaande schoolplaat van Jetses kunt zien waren er vele vrouwen en kinderen aan het werk bij het te drogen leggen en keren van de in de steenramen gevormde kleihompjes.

De baksteen wordt gebakken uit rivier- of zeeklei. Na een goede vermenging met water, en bij vette klei met zand tegen het krimpen, konden de stenen worden gevormd.  Handvormstenen werden gevormd door een afgestoken blok klei te slaan in een, van te voren bevochtigde of bezande, vormbak, om het lossen mogelijk te maken. De vormbak was een sterke houten bak. Hij had een door een ijzeren strip beschermde bovenrand om met een rei of plaam de overtollige klei te kunnen afschrapen. Na het lossen diende de klei 2 tot 3 weken te drogen. Onderwijl moesten de 'groene stenen'' worden gekeerd.

Daarna kon met het bakken worden begonnen. Dit duurde ongeveer 30 tot 40 dagen. (eerst zacht droogstoken en daarna met grote hitte gaar stoken). Het afkoelen vergde ook nog 8 dagen. IJzeroxyde-houdende klei gaf een roodbakkende steen. Kalkhoudende klei gaf een geelbakkende steen. Klei met zowel ijzeroxyde als kalk gaf een mengkleuring.

Iedere streek had haar eigen formaat. In Zuid-Holland werd er algemeen gemetseld in kleine IJsselsteentjes, maar ook Goudse en Dordtse steentjes kwamen daar voor. In Zeeland kende men de Boomse of Belgische steen.  In de Achterhoek, Limburg en het oosten van Noord-Brabant werd een grotere steen dan van het Waalformaat gebruikt, mogelijk onder invloed van de Duitse steen. In het noorden werd Groningse en Friese baksteen gebruikt.


schoolplaat Jetses

Het zou zomaar kunnen dat deze steenfabriek rond 1650 de stenen leverde voor de bouw van de fundering van Het Amsterdamsche Wapen. De gebakken stenen werden besteld, in enkele vrachtschuiten geladen en naar Amsterdam gevaren. 



De ringmuur en de poer.


 Voor de bouw van de ringmuur en de koningspoer van het schaalmodel gebruik ik Ureol.  Ureol is een polyurethaan kunsthars blokmateriaal. Als je op internet "Ureol" intikt kom je veelal een twee componenten vormhars tegen, maar ook voorbewerkt blokmateriaal.

Ureol blokmateriaal en vormhars wordt gebruikt in de modelmakerijen. In de autoindustrie maken ze er prototypes van op ware grootte.


graveren van de eerste lintvoegen

Zoals je hier ziet laat Ureol zich uitstekend bewerken. Met behulp van een strookje zaagblad, waar één tandje aan gevijld is, graveer ik de lintvoegen in de uitgezaagde en rondgeschuurde ringmuur. In twee tot drie lichte halen zit ik op de gewenste diepte. Van het stapeltje grenen strookjes wordt er steeds één bij gestapeld onder het graveermesje. Zo onstaan alle lintvoegen op een gelijke afstand.  De onderlinge afstand van de voegen is maar 2,6 mm.


graveren lintvoegen ringmuur

De ringmuur van Het Amsterdamsche Wapen is aan de buitenzijde taps. Gelukkig hoef ik voor het model alleen het boven het maaiveld uitstekende deel maken. De werkelijke muur is drie keer zo hoog. De muur staat namelijk onder de grondwaterlijn om rotting van de fundering te voorkomen.

 

aftekenen strekken

Nadat alle lintvoegen zijn gegraveerd, worden de koppen en strekken afgetekend vanaf de bovenkant van de ringmuur. In kruisverband. Een telstrookje geeft aan hoeveel stenen er straks zichtbaar zijn op de binnen en buitenzijde van de ringmuur.


graveren van alle koppen en strekken

Met een rode pen zijn alle voegen afgetekend om vergissingen te voorkomen. Het graveermesje is passend gemaakt in een afbreekmeshouder en zo wordt het gebruikt om alle korte voegjes, met behulp van een stalen blokhaakje, uit te krabben. Met een engelengeduld worden de stenen stuk voor stuk uitgekrabt. In het rond dus 131 strekkende stenen. Een oppervlak van 10 strekken duurt ongeveer een kwartier.  Voor 260 strekken ben ik dus 6,5 uur aan het krabben. Ach ja, je wilt wat leuks leveren.

 

het kruisverband in het model

De korreligheid van het Ureol levert meteen een leuke imitatie van een handvormsteen. Met een harde tandenborstel zijn de voegen leeggeborsteld. Als alle voegen gegraveerd zijn dan worden ze cementgrijs ingevuld met verf en kunnen de stenen gekleurd worden.


= Kruisverband =

Eén laag strekken (de steen over zijn lange kant), dan een laag koppen (de steen over zijn korte kant) verdeeld met een kop midden boven een strek, dan weer een laag strekken die een halve steen verspringen met de vorige strekkenlaag, en weer een laag koppen recht boven de eerdere koppenlaag. Zo ontstaat een aaneengesloten massa van kruisen; één kop, daaronder een strek en daaronder weer een kop.


  De ringmuur heeft zijn grijze voegen

Het metselwerk is met behulp van lichtgrijze matte verf met een penseel ingekleurd. Om het invoegen wat eenvoudiger te maken is de verf eerst sterk verdund met thinner zodat deze lekker vloeide. Voor een optimaal resultaat heb ik er twee dunne lagen op aangebracht. Aan de bovenrand van de ringmuur zit één van de acht nissen waar straks de koppen van de kruisbalken in valllen.

 

inkleuren van de stenen

Na het mengen van wat oude restjes matte enamel, zoals helder rood, beetje zwart, beetje beige, beetje geel, ontstond een redelijk goede steenrood. Het potje 'brickred' was al helemaal uitgedroogd en ik vond hem iets te bruin. Met behulp van een stukje rubber wordt de verf spaarzaam op het steenreliëf gestempeld. Als er maar iets teveel verf op het rubbertje zit, vloeit de verf in de grijze voegen en kan ik weer opnieuw beginnen. Na twee behandelingen zijn de stenen voldoende ingekleurd.

 

inkleuren van de ringmuur

Met een vlakgom ging het stempelen wat gemakkelijker en met de buitenkant was ik helemaal snel klaar. Ik herinnerde mij ineens dat er nog ergens een rubberen inktrollertje lag waar je linoleumstempels mee inkleurt.

 

nat zand in de hel

 

De ringmuur en de poer zijn gereed en op de grondplaat vastgeschroefd. Omdat het oog ook wat wil wordt de hel afgevuld met rivierzand. Los zand is natuurlijk niet handig als het schaalmodel regelmatig  moet worden vervoerd. Het trucje om vast zand te maken komt nog uit mijn tijd dat ik modelspoorbanen maakte en ik met de railbeddingen hetzelfde probleem had. Op de foto ziet de eerste bewerking er nogal papperig uit maar het resultaat is heel goed.


 = Recept =

Wat je nodig hebt is het volgende: fijn gezeefd rivierzand, witte houtlijm, water en een paar druppels afwasmiddel.

Ik heb als eerste een laagje zand op de met lijm ingesmeerde bodemplaat gestrooid en goed aangedrukt. Nadat deze laag droog was heb ik het overtollige zand tijdelijk verwijderd. Daarna is het overige zand gelijkmatig in de hel gestrooid en met een kwastje een beetje onregelmatig verdeeld. Met een plantenspuit met water waarin een paar druppels afwasmiddel zijn gedaan wordt het zand voldoende nat gesproeid. Het zeepsop breekt de oppervlaktespanning van het water en kruipt daardoor tussen alle zandkorrels door.

In een schone bus wordt een laagje houtlijm gespoten en aangevuld met evenzoveel water met weer een paar druppels afwasmiddel, en goed doorgeroerd. Met een plastic spuitje wordt de lijm verdeeld op het natte zand en je ziet dan dat de verdunde lijm zich vanzelf tussen de zandkorrels verdeeld. Als dit niet zo snel gaat spuit je de plekken nogmaals even nat met de plantenspuit. Dat geeft op het eerste gezicht dat vieze melkachtige badje op de foto. Na 24 uur bereik je al een goed resultaat.  Ik heb met behulp van een schildersföhn het proces een beetje versneld. Als al het water is verdampt en de houtlijm transparant is opgedroogd krijg je het onderstaande resultaat. Na een paar dagen lukt het haast niet meer om er een zandkorrel vanaf te vegen.


 de hel met droog zand en de koningspoer

 

De hel is gereed. De koningspoer staat in het midden met daar bovenop de drukplaten die het gewicht van de molen verdelen op de stenen. De metselaars zijn naar een volgende metselklus en de molenmaker kan komen met de kruisbalken.


De rolvloer en de kruisbalken.


 de kruisbalken

De poer, de drukplaten en de kruisbalken.


verbinding zwaarden en spruiten

De zwaardbalken en de spruiten.


het balkenwerk binnen de ringmuur

 De twee lange kruisbalken liggen in halfhouts verband op de poer met de koppen ingelaten in de ringmuur. Daar tussen zijn de vier zwaarden of zwaardbalken ingelaten met daar in de vier spruiten die met hun eind ook weer in de ringmuur zijn ingelaten.


verbinding rolvloer met kruisbalken

     De rolvloer bestaat uit 6 onregelmatige lengtes eikenhout. Hout was vroeger kostbaar en hoe groter het stuk eikenhout was, zo groot werd het rolvloerdeel. De einden van de rolvloerdelen vallen met een pen en gatverbinding ineen en 8 duimshoge zwaluwstaarten  voorkomen dat de platen van de ringmuur afschuiven.

 

De fundering van de paltrokmolen

We zijn klaar met de fundering.

De koning wordt geplaatst op het volgende blad.


▲top      blad 3     door naar blad 4 ►


Bijgewerkt: 05-12-2016 /amsterdamblad03.html